Cleven

Stam Nieuwstadt

stamvader HendrikIntroductie.
Hendrik Cleven, tot nu oudst bekende voorvader van de Stam Nieuwstadt, wordt eind 1743 in het Kasteel van Montfort gevangen gezet. In een processtuk van de Schepenbank Nieuwstadt legt hij een verklaring af omtrent zijn persoon. Bij inventarisatie van zijn bezittingen, waaruit proceskosten moeten worden betaald, noemt z'n vrouw een aantal goederen, die toebehoren aan de (zijn ?) "voorkinderen". Vóór Hendriks' (laatste) huwelijk (1732) trouwden er hier drie "Cleven-vrouwen" en wel met Roufs (1722), Janssen (1723) en Barben (1730). Zij kunnen dus niet bedoelde voorkinderen zijn, tenzij *) hij (veel) ouder was dan de opgegeven leeftijd (gaat het om "onze Hendrik" in de aanklacht uit de 17e eeuw?; zie de Schepenbankdossiers). Mogelijk zijn het z'n zussen? Onderzoek naar bewijzen van filiaties moet duidelijkheid geven. Hendrik's gevangenschap eindigde, na een procesvoering, met zijn vrijwillig verkozen dood. Bij vonnis werden zijn eigendommen verbeurd verklaard en tevens zijn woonhuis verwoest. Hendrik's (3) kleinzonen vestigden zich later volgens het kadaster "over de Beek". Zie ook kadastrale perceelgegevens. Zijn achterkleinzonen gaan door als de takken IVa, IVb en IVc.

*) Zijn (?) eerder huwelijk (1684) wordt in het Rijksarchief Maastricht gevonden. Lees ook: verklaring p.2 en procesvoering p.16.